2. Maar dat het geheel zowel als het bijzondere, ja het meest bijzondere, tot de kleinste jota toe, geestelijke en hemelse dingen betekent en omhult, weet tot dusver de Christelijke wereld in de verste verte niet, om welke reden zij dan ook voor het Oude Testament weinig aandacht heeft Niettemin kan het hieruit alleen al blijken, dat het Woord – daar het van de Heer is en van de Heer komt - nooit zou kunnen bestaan, tenzij het innerlijk die dingen bevatte, welke van de hemel, de kerk en van het geloof zijn. Anders kon het niet het Woord van de Heer genoemd worden, evenmin zou gezegd kunnen worden, dat daarin enig leven is; want vanwaar zou het leven anders kunnen komen, dan uit de dingen die van het leven zijn, dat wil zeggen, daarvandaan dat het geheel zowel als elke bijzonderheid betrekking heeft op de Heer, Die het leven Zelf is. Iets dat innerlijk niet op Hem ziet, leeft dus niet, ja zelfs, een woord in het Woord, dat niet Hem onthult, of op haar wijze op Hem betrekking heeft, is niet goddelijk.

65. V. THE LOVES OF SELF AND OF THE WORLD.

The love of self consists in willing well to ourselves alone, and not to others except for the sake of ourselves, not even to the church, to our country, to any human society, or to a fellow-citizen; and also in doing good to them only for the sake of our own fame, honor, and glory; for unless it sees these in the goods which it does to others, it says in its heart, What matters it? why should I do this? and what advantage will it be to me? and so omits them. Whence it is plain that he who is in the love of self does not love the church, nor his country, nor society, nor his fellow-citizens, nor anything good, but himself alone.