265. De oorsprong van het boze is vanuit het misbruik van die vermogens, dit zal in deze orde worden gezegd: 1. Dat de boze mens zich even gelijk als de goede verheugt in die twee vermogens. 2. Dat de boze mens die misbruikt om boze en valse dingen te bevestigen, en dat de goede mens die gebruikt om goede en ware dingen te bevestigen. 3. Dat de bevestigde boze en valse dingen bij de mens aanblijven, en van zijn liefde en vandaar van het leven van hem worden. 4. Dat die dingen die van de liefde en van het leven zijn geworden in het kroost worden meegeboren. 5. Dat alle boze dingen, zowel de aangeboren als de daarboven opgenomen, in het natuurlijk gemoed zetelen.
