Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4341

Po Emanuel Swedenborg

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

4341. En met hem vierhonderd mannen; dit betekent de staat, hier de staat van de verbinding van het Goddelijk Goede met het ware in het natuurlijke, want daarover wordt gehandeld; vierhonderd betekent in het Woord de staat en de duur van de verzoeking, nrs. 1847, 2959, 2966;

en omdat alle verbinding van het goede met het ware door verzoekingen plaatsvindt, is het dus de staat van de verzoekingen die hier wordt verstaan; dat de goede dingen met de ware dingen worden verbonden door verzoekingen, zie de nrs. 2272, 3318;

en dat de verzoekingen ontstaan wanneer het goede de leiding neemt, nrs. 4248, 4249;

en verder dat de vereniging van het Goddelijk Wezen van de Heer met Zijn Menselijk Wezen door verzoekingen werd bewerkt, nr. 1737. Het goede zelf dat met het ware moet worden verbonden, wordt niet verzocht, maar het ware; en ook wordt het ware niet verzocht door het goede, maar door de valse en de boze dingen en verder ook door begoochelingen en illusies en door de aandoening ervan die aan de ware dingen in het natuurlijke kleven; want wanneer het goede invloeit, wat door de innerlijke weg of door de innerlijke redelijke mens plaatsvindt, dan verdragen de voorstellingen van de natuurlijke mens, die gevormd zijn door de begoochelingen van de zinnen en de illusies daaruit, de nadering van het goede niet, want zij stemmen daarmee niet samen; vandaar de angst in het natuurlijke en de verzoeking; het zijn deze dingen die in de innerlijke zin in dit hoofdstuk daarmee beschreven worden dat Jakob bij de komst van Ezau met vierhonderd mannen in vrees en vandaar in angst raakte en vandaar in de staat van onderwerping en vernedering; want de verbinding van die dingen vindt nooit op een andere wijze plaats. Hieruit kan vaststaan dat door vierhonderd mannen de staat van de verzoekingen wordt aangeduid, door vierhonderd die staat zelf; door de mannen echter de redelijke ware dingen die met het goede verbonden zijn wanneer het invloeit in het natuurlijke; dat door de mannen de verstandelijke en de redelijke dingen worden aangeduid, zie de nrs. 265, 749, 1007, 3134; maar deze dingen zijn van dien aard dat zij in het duistere van de mens vallen; de oorzaak hiervan is dat het onderscheid tussen het redelijke en het natuurlijke niet verschijnt wanneer hij in het lichaam leeft, en in het geheel niet aan degenen die niet zijn wederverwekt en ook maar heel weinig aan hen die wel zijn wederverwekt, want zij denken niet daarover na, ja, bekommeren er zich zelfs ook niet om, want de erkentenissen van de innerlijke dingen van de mens zijn bijna in vergetelheid geraakt, terwijl deze toch oudtijds het al van het inzicht bij de mensen binnen de Kerk uitmaakten. Toch kunnen deze dingen enigermate duidelijk zijn uit wat eerder over het redelijke en de invloeiing ervan in het natuurlijke is getoond, namelijk dat het natuurlijke door het redelijke wordt wederverwekt, nrs. 3368, 3671; het zijn deze ware dingen die vanuit het redelijke met het goede in het natuurlijke invloeien, die in de innerlijke zin worden aangeduid door de vierhonderd mannen die met Ezau waren.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl