from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4300

Studere hoc loco

  
/ 10837  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Studere hoc loco

  
/ 325  
  

Hactenus haec translatio locos per #325 continet. Probabile adhuc est opus in progressu. Si sagittam sinistram feries, numerum ultimum illum qui translatus est invenies.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1521

Studere hoc loco

  
/ 10837  
  

1521. GENESIS – DERTIENDE HOOFDSTUK

Het licht, waarin de engelen leven. Dat de geesten en de engelen, naast de smaak, alle zintuigen hebben, en wel veel scherper en volmaakter dan enig mens, is mij op vele wijzen geopenbaard; niet alleen dat zij elkaar zien en met elkaar omgaan - de engelen zijn in de opperste gelukzaligheid vanwege de wederzijdse liefde - maar de dingen die zij daar zien, zijn ook veel talrijker dan ooit een mens kan geloven. De geestenwereld en de hemelen zijn vol van uitbeeldingen, zoals de profeten die gezien hebben, en wel zo ontzagwekkend veel, dat wanneer iemand slechts het innerlijk gezicht geopend werd, en hij er uren lang in rondzag, hij wel versteld moest staan. Er is in de hemel zo’n licht, dat het zelfs het middaglicht van onze zon op ongelooflijke wijze overtreft. Zij ontvangen echter geen licht uit deze wereld, daar zij boven of binnen de sfeer van dit licht zijn; maar het is een licht van de Heer die voor hen de Zon is. Het licht van de wereld, ook dat van de middag, is voor de engelen als dichte duisternis; wanneer het hun gegeven wordt, in dit licht te zien, komt het hun voor, alsof zij in louter duisternissen zagen, hetgeen mij door ondervinding te weten is gegeven. Hieruit kan blijken, welk een verschil er bestaat tussen het licht van de hemel en het licht van de wereld.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl