from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1

Studere hoc loco

  
/ 10837  
  

1. Dat het Woord van het Oude Testament verborgenheden van de hemel bevat, en dat zowel het geheel als elke bijzonderheid daarvan op de Heer betrekking heeft, op Zijn hemel, op de Kerk, op het geloof en de dingen van het geloof, kan geen sterveling uit de letter opmaken. Uit de letter of uit de letterlijke zin ziet niemand iets anders, dan dat het in het algemeen gaat over de uiterlijke dingen van de Joodse Kerk, terwijl er overal een innerlijke zin is, dat nergens in het uiterlijke aan het licht komt, behalve dan het zeer weinige dat de Heer onthuld heeft en aan de apostelen heeft ontvouwd; zo bijvoorbeeld, dat de offeranden de Heer betekenen, het land Kanaän en Jeruzalem en ook het Paradijs, de hemel betekenen, waarom dan ook van het hemelse Kanaän en Jeruzalem gesproken wordt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #254

Studere hoc loco

  
/ 325  
  

254. Het Woord in de letter kan niet worden gevat dan door leer vanuit het Woord door een verlichte gemaakt. De zin van de letter ervan is aangepast aan de bevatting van ook de eenvoudiger mensen, en daarom zal de leer vanuit het Woord hun tot lamp zijn.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #7933

Studere hoc loco

  
/ 10837  
  

7933. Gelijk als Hij gesproken heeft; dat dit betekent volgens de belofte in het Woord, staat vast uit de betekenis van spreken, wanneer het wordt gezegd door de Heer met betrekking tot de hemel, tot welke degenen zullen komen die van de geestelijke Kerk zijn, te weten de belofte in het Woord; in de innerlijke zin van het Woord immers, zowel in de boeken van Mozes als bij de profeten, wordt gehandeld over de bevrijding van hen die vóór de Komst van de Heer waren vastgehouden in de lagere aarde en werden bestookt door de bozen en over hun verheffing tot de hemel en daar werden verstaan onder de zonen Israëls.

Het is deze belofte die hier wordt aangeduid met gelijk als Jehovah gesproken heeft.

Dat de Heer hier en daar zegt, dat in Hem alle dingen moeten worden voleindigd en voleindigd zijn die in de Schrift zijn, behelst die dingen die in de innerlijke zin in het Woord zijn, want daar wordt enig en alleen gehandeld over het rijk van de Heer en in de hoogste zin over de Heer Zelf, zoals bij Lukas: ‘Jezus zei tot de discipelen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak als Ik nog met u was, dat alle dingen vervuld moesten worden die van Mij geschreven zijn in de wet van Mozes, en de profeten, en de psalmen.

Toen opende Hij hun gemoed opdat zij de Schriften verstonden’, (Lucas 24:44,45).

Bij dezelfde: ‘Ziet, wij klimmen op tot Jeruzalem, waar alle dingen volbracht zullen worden die geschreven zijn door de profeten aangaande de Zoon des Mensen’, (Lucas 18:31).

Bij Mattheüs: ‘’Wilt niet menen dat Ik gekomen ben om de wet en de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen; voorwaar, Ik zeg u, totdat voorbijgaat de hemel en de aarde, zal er niet één jota of een hoorntje voorbijgaan in de Wet, totdat alle dingen geschieden’, (Mattheüs 5:17,18).

Deze woorden en die welke de Heer elders zegt ten aanzien van de vervulling van de Wet of van de Schrift, behelzen, zoals eerder is gezegd, de dingen die over Hem in de innerlijke zin zijn voorzegd; in die zin handelen alle en de afzonderlijke teksten tot op elke jota of tot op elk kleinste haaltje, over de Heer; en daarom wordt er gezegd, dat niet een jota of een hoorntje zal voorbijgaan in de Wet, totdat alle dingen geschieden.

En bij Lukas: ’Het is lichter dan de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat een haaltje van de Wet zal vallen’, (Lucas 16:17).

Wie niet weet dat de afzonderlijke dingen tot op de allerkleinste toe, in de innerlijke zin over de Heer en over Zijn rijk handelen en dat vandaar het Woord hoogst heilig is, kan geenszins begrijpen wat dit is, dat niet één haaltje zal vallen, noch één jota of hoorntje zal voorbijgaan en dat het lichter is dat de hemel en de aarde voorbijgaat; want datgene wat in de innerlijke zin uitkomt, verschijnt niet als van zo’n groot belang; het innerlijk weefsel echter is zo samenhangend dat zelfs niet één woordje zonder onderbreking van de reeks, zou weggelaten kunnen worden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl