Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5992

작가: 엠마누엘 스베덴보리

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

5992. De engelen door wie de Heer de mens leidt en eveneens beschermt, zijn nabij het hoofd; het is hun ambt om naastenliefde en geloof in te blazen en gade te slaan waarheen zich de verkwikkingen van de mens wenden en die voor zoveel als zij het vanuit het vrije van de mens kunnen, te regelen en tot het goede te buigen; het is hun verboden met geweld op te treden en op die wijze de begeerten en de beginselen van de mens te breken, maar zij moeten zacht te werk gaan; ook is het hun ambt de boze geesten die uit de hel zijn, te besturen, wat op ontelbare manieren plaatsvindt; hiervan mogen alleen de volgende worden vermeld: wanneer boze geesten boze en valse dingen ingieten, boezemen de engelen ware en goede dingen in, waardoor, indien die niet worden opgenomen, zij toch temperen; de helse geesten vallen aanhoudend aan en de engelen beschermen; zodanig is de orde; de engelen regelen vooral de aandoeningen, want deze maken het leven van de mens en eveneens zijn vrije; verder nemen de engelen het waar indien er hellen worden geopend die tevoren niet waren geopend, waaruit er een invloeiing bij de mens is, wat plaatsvindt wanneer de mens zich in een nieuw boze begeeft; de engelen sluiten die hellen voor zoveel als de mens het duldt; ook verwijderen de engelen de geesten indien enigen van hen daaruit trachten op te klimmen; zij verstrooien ook vreemde en nieuwe invloeiingen, waaruit boze uitwerkingen voortkomen; vooral roepen de engelen de goede en de ware dingen op die bij de mens zijn en stellen die tegenover de boze en de valse dingen die de boze geesten opwekken; vandaar is de mens in het midden en bemerkt hij noch het goede noch het boze; en omdat hij in het midden is, is hij in het vrije om zich tot het een of tot het ander te wenden; door zulke dingen leiden en beschermen de engelen uit de Heer de mens en wel ieder ogenblik en ieder ogenblik van een ogenblik; want indien de engelen dit slechts één ogenblik nalieten, zou de mens halsoverkop in het boze worden gestort, waaruit hij daarna nooit kan worden uitgeleid. Deze dingen doen de engelen vanuit de liefde die zij uit de Heer hebben, want zij doorvatten niets dat meer verkwikkelijk en meer gelukzalig is dan de boze dingen te verwijderen van de mens en hem tot de hemel te leiden; dat dit voor hen een vreugde is, zie, (Lukas 15:7). Dat de Heer voor de mens zo’n zorg heeft en wel aanhoudend, vanaf de eerste draad van zijn leven tot de laatste en daarna tot in het eeuwige, gelooft nauwelijks enig mens.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl