Ware Christelijke Religie # 89

By ემანუელ შვედენბორგი

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 853  
  

89. 3. God heeft het Menselijke aangenomen overeenkomstig Zijn Goddelijke Orde. In het gedeelte over de Goddelijke Almacht en Alwetendheid werd aangetoond dat God tegelijk met de schepping de Orde heeft ingevoerd zowel in het heelal als in alle en elk van de dingen daarvan, en dat daarom Gods Almacht in het heelal en in alle en in elk van de dingen daarvan overeenkomstig de wetten van Zijn Orde voortgaat en werkt, waarover boven in volgorde van nrs. 49-74 werd gehandeld. Aangezien nu God neerdaalde en aangezien Hij de Orde is – zoals daar eveneens werd aangeduid – zo kon Hij, om daadwerkelijk ook Mens te worden, niet anders dan ontvangen worden, in de baarmoeder gedragen, geboren, opgevoed worden en geleidelijk de wetenschappen leren, en door middel daarvan in inzicht en wijsheid worden binnengeleid. Daarom was Hij ten aanzien van het Menselijke een klein kind zoals een klein kind, een knaap zoals een knaap, enzovoort. Echter met dit verschil alleen, dat Hij deze ontwikkelingsgang sneller, vollediger en volmaakter dan de anderen volbracht. Dat Hij dus zo overeenkomstig de orde is voortgeschreden, blijkt uit het volgende bij Lucas:

‘De knaap Jezus wies op, en werd gesterkt in de geest, en nam toe in wijsheid, in leeftijd en in genade bij God en de mensen’, (Lucas 2:40, 52).

Dat Hij sneller vollediger en volmaakter dan anderen toenam, blijkt uit hetgeen over Hem bij dezelfde evangelist wordt gezegd, zoals dat ‘toen de Knaap 12 jaren was, Hij in de tempel zat in het midden van de leraren en onderwees, en dat allen die Hem hoorden, zich ontzetten over Zijn inzicht en antwoorden’, (Lucas 2:46-47; 4:16-22, 32). Dit is gebeurd, omdat de Goddelijke Orde wil, dat de mens zichzelf zal voorbereiden tot de opneming van God; en zoals hij zich voorbereidt, zo treedt God in hem als in Zijn woonplaats en huis binnen. Deze voorbereiding geschiedt door erkentenissen over God en de geestelijke dingen, die tot de Kerk behoren, en zo dus door middel van het inzicht en de wijsheid. Want het is een wet van de Orde, dat voor zoveel de mens tot God gaat en Hem nadert – hetgeen hij geheel als uit zichzelf moet doen – voor evenzoveel de Heer tot de mens gaat en hem nadert en in diens innerlijk Zich met hem verbindt. Dat de Heer overeenkomstig deze Orde is voortgeschreden tot aan de vereniging met Zijn Vader, zal in wat volgt nader worden aangetoond.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.