584. Vers 5. En Jehovah zag, dat de boosheid van de mensen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel van de gedachten van zijn hart te allen dage alleen kwaad was.
Dat God zag dat de kwaadheid van de mensen menigvuldig was op aarde, betekent dat de wil tot het goede begon te verdwijnen; en al het gedichtsel van de gedachten van zijn hart te allen dage alleen kwaad was, betekent, dat er geen innerlijke gewaarwording van het ware en het goede meer bestond.