Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #10687

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

10687. En hij schreef op de tafelen de woorden van het verbond; dat dit betekent het Woord, waardoor er verbinding is van de hemel met de mens, staat vast uit de betekenis van de tafelen, waarop de Wet was geschreven, dus het Woord, nrs. 9416, 10375, 10376, 10453, 10461; en uit de betekenis van het verbond, dus de verbinding, waarover eerder in nr. 10632; dat het de verbinding van de hemel met de mens is, komt omdat het Woord in louter overeenstemmingen is geschreven en vandaar zodanig is dat het de hemel met de mens verbindt; de hemel immers is in de innerlijke zin het Woord en met de innerlijke zin stemt de uiterlijke zin overeen.

Daarom, wanneer het Woord door de mens wordt gelezen, dan doorvatten de engelen die bij de mens zijn, dit in de geestelijke zin, die de innerlijke zin is; vandaar vloeit het heilige vanuit de engelen in, waardoor de verbinding is, daarvoor is zo’n Woord gegeven.

Dat er door het Woord verbinding is van de Heer, dus van de hemel, met de mens, zie nr. 10375.

Wat de overeenstemmingen zijn waardoor het Woord is geschreven, is overal in de ontvouwingen getoond.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3475

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

3475. Dat er in de hemelen voortdurende uitbeeldende dingen ontstaan, zoals die, welke in het Woord zijn, werd eerder enige malen gezegd en aangetoond. Deze uitbeeldende dingen zijn van dien aard dat de geesten en de engelen ze in een veel helderder licht zien dan dat van de wereld op de middag; deze uitbeeldende dingen zijn van dien aard dat geesten en engelen, wanneer zij ze in hun uiterlijke vorm zien, innerlijk gewaarworden, wat zij in hun innerlijke vorm betekenen en daarin nog innerlijker dingen. Want er zijn drie hemelen: in de eerste hemel verschijnen deze dingen in een uiterlijke vorm, met de innerlijke gewaarwording van wat zij in de innerlijke vorm betekenen; in de tweede hemel verschijnen zij, zoals zij in de innerlijke vorm zijn, met de innerlijke gewaarwording van wat zij in een nog innerlijker vorm betekenen; in de derde hemel verschijnen zij in genoemde nog innerlijker vorm, die de binnenste vorm is. De uitbeeldende dingen die in de eerste hemel verschijnen, zijn de algemeenheden van die dingen die in de tweede hemel verschijnen; en deze zijn de algemeenheden van die, welke in de derde hemel verschijnen. Zo zijn dus in de uitbeeldende dingen die in de eerste hemel verschijnen van binnen die dingen, welke in de tweede verschijnen en binnenin deze die, welke in de derde verschijnen. Daar zij zich zo naar graden vertonen, kan het duidelijk zijn, hoe volmaakt, vol van wijsheid en tevens hoe gelukkig de uitbeeldende dingen in de binnenste hemel zijn en dat zij geheel en al onuitsprekelijk zijn, want myriaden van myriaden vertonen zich in één enkele bijzonderheid van het algemeen uitbeeldende. Al deze uitbeeldende dingen bevatten, in het algemeen en in het bijzonder, zulke dingen, die tot het rijk van de Heer behoren en deze bevatten zulke dingen die tot de Heer Zelf behoren. Zij die in de eerste hemel zijn, zien in hun uitbeeldende dingen, zulke dingen die in de innerlijker sfeer van het rijk bestaan en in deze dingen die, welke in een nog innerlijker sfeer bestaan en zo dus de uitbeeldende dingen van de Heer, maar verwijderd; zij die in de tweede hemel zijn, zien in hun uitbeeldende dingen zulke dingen die bestaan in de binnenste sfeer van het rijk en zien daarin de uitbeeldende dingen van de Heer van dichterbij; maar zij die in de derde hemel zijn, zien de Heer Zelf.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl