Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

1. Dat het Woord van het Oude Testament verborgenheden van de hemel bevat, en dat zowel het geheel als elke bijzonderheid daarvan op de Heer betrekking heeft, op Zijn hemel, op de Kerk, op het geloof en de dingen van het geloof, kan geen sterveling uit de letter opmaken. Uit de letter of uit de letterlijke zin ziet niemand iets anders, dan dat het in het algemeen gaat over de uiterlijke dingen van de Joodse Kerk, terwijl er overal een innerlijke zin is, dat nergens in het uiterlijke aan het licht komt, behalve dan het zeer weinige dat de Heer onthuld heeft en aan de apostelen heeft ontvouwd; zo bijvoorbeeld, dat de offeranden de Heer betekenen, het land Kanaän en Jeruzalem en ook het Paradijs, de hemel betekenen, waarom dan ook van het hemelse Kanaän en Jeruzalem gesproken wordt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Komentar

 

Mindful Communication Challenge 4 of 5 – Is it useful?

Po Todd Beiswenger


Za nastavak pregledavanja dok slušate, pustite zvuk u novom prozoru.

This week we introduce a new filter into the program which is, "Is it useful?" Something can be true, and can even be kind, but not actually useful to say. That's the focus - can we refrain from saying things that aren't actually useful? This filter is important as we try to bring heaven to earth because the Lord's kingdom is a kingdom of uses. Things only exist if they have a use. There are no frivolous creations! When we speak, we too create, so let's make sure the things we create have a purpose.

(Reference: Arcana Coelestia 1, 4730; Ephesians 4:22-29; James 3:1-12; Matthew 12:33-37)

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9382

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

9382. En Mozes kwam en boodschapte aan het volk; dat dit betekent de verlichting en de inlichting van de Heer door het Goddelijk Ware, dat uit Hem is, staat vast uit de uitbeelding van Mozes, namelijk de Heer ten aanzien van het Goddelijk Ware, want dit is het Woord, nr. 9372; uit de betekenis van komen, wanneer het de Heer betreft ten aanzien van het Woord of het Goddelijk Ware, dat door Mozes wordt aangeduid, te weten de verlichting; want wanneer de Heer komt of tegenwoordig is in het Woord, is er verlichting; en uit de betekenis van boodschappen, namelijk de inlichting; daaruit blijkt, dat met Mozes kwam en boodschapte aan het volk, de verlichting en de inlichting van de Heer door het Goddelijk Ware wordt aangeduid.

Hoe het is gesteld met de verlichting en de inlichting uit het Woord, zal ook hier in het kort worden gezegd; eenieder wordt verlicht en ingelicht uit het Woord volgens de aandoening van het ware en de graad van zijn verlangen daarnaar en volgens het vermogen van opnemen, zij die in verlichting zijn, zijn ten aanzien van hun innerlijke mens in het licht van de hemel; want het is het licht van de hemel dat de mens verlicht in de waarheden en de goedheden van het geloof, nrs. 8707, 8861.

Degenen die op die wijze worden verlicht, vatten het Woord volgens de innerlijke dingen ervan; daarom maken zij zich uit het Woord de leer, waaraan zij de zin van de letter toevoegen.

Maar degenen die niet in de aandoening van het ware vanuit het goede zijn en daaruit in het verlangen van wijs zijn, worden meer verblind dan verlicht wanneer zij het Woord lezen, want zij zijn niet in het licht van de hemel; en vanuit het licht van de wereld, dat het schijnsel van de natuur wordt genoemd, zien zij niets dan zulke zaken die samenstemmen met wereldse en zo grijpen zij vanuit begoochelingen, waarin de uiterlijke zinnen zijn, valsheden aan, die aan hen zoals waarheden verschijnen.

Vandaar maken de meesten zich geen leer, maar blijven in de zin van de letter, die zij aanwenden om de valsheden te begunstigen, vooral zulke dingen die met de liefden van zich en van de wereld samenstemmen; maar zij die niet zodanig zijn, bevestigen slechts de leerstellingen van hun Kerk en bekommeren zich niet daarom en weten ook niet of ze waar dan wel vals zijn, nrs. 4741, 5033, 6865, 7012, 7680, 7950, 8521, 8780.

Daaruit blijkt, wie het zijn die vanuit het Woord worden verlicht en wie het zijn die worden verblind, namelijk dat degenen worden verlicht die in de hemelse liefden zijn, want de hemelse liefden nemen de waarheden van de hemel op en zuigen ze als het ware als sponzen op, ook worden zij uit zich verbonden zoals de ziel en het lichaam, omgekeerd echter worden degenen verblind die in de wereldse liefden zijn, aangezien deze liefden de valsheden opnemen en die als het ware als sponzen opnemen en zij worden eveneens uit zich verbonden.

Het goede en het ware immers stemmen samen en omgekeerd het boze en het valse; daarom wordt de verbinding van het boze en het valse het helse huwelijk genoemd, dat de hel zelf is; en de verbinding van het goede en het ware wordt het hemels huwelijk genoemd, dat de hemel zelf is.

Dat het het Woord is waaruit de verlichting en de inlichting is, komt omdat dit in de eerste oorsprong het Goddelijk Ware is dat voortgaat uit de Heer en bij de nederdaling in de wereld aangepast aan alle hemelen; vandaar is het, dat wanneer de mens die de hemelse liefde heeft, het Woord leest, daardoor met de hemel wordt verbonden en door de hemel met de Heer; vandaar de verlichting en de inlichting.

Anders is het gesteld, wanneer een mens, die de wereldse liefde heeft, het Woord leest; bij hem is niet de verbinding van de hemel, daarom heeft hij geen verlichting en inlichting.

Dat er door het Woord het één-zijn is van de hemel en de wereld, dus van de Heer met het menselijk geslacht, zie de nrs. 9212, 9216, 9357.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl