2. Maar dat het geheel zowel als het bijzondere, ja het meest bijzondere, tot de kleinste jota toe, geestelijke en hemelse dingen betekent en omhult, weet tot dusver de Christelijke wereld in de verste verte niet, om welke reden zij dan ook voor het Oude Testament weinig aandacht heeft Niettemin kan het hieruit alleen al blijken, dat het Woord – daar het van de Heer is en van de Heer komt - nooit zou kunnen bestaan, tenzij het innerlijk die dingen bevatte, welke van de hemel, de kerk en van het geloof zijn. Anders kon het niet het Woord van de Heer genoemd worden, evenmin zou gezegd kunnen worden, dat daarin enig leven is; want vanwaar zou het leven anders kunnen komen, dan uit de dingen die van het leven zijn, dat wil zeggen, daarvandaan dat het geheel zowel als elke bijzonderheid betrekking heeft op de Heer, Die het leven Zelf is. Iets dat innerlijk niet op Hem ziet, leeft dus niet, ja zelfs, een woord in het Woord, dat niet Hem onthult, of op haar wijze op Hem betrekking heeft, is niet goddelijk.

6434. 'The blessings of your father will prevail over the blessings of my ancestors means that this Church will have spiritual good from the natural, but nor from the rational. This is clear from the representation of 'Joseph' as the spiritual Church, dealt with in 6417; from the representation of Israel, to whom 'father' refers here, as spiritual good from the natural, dealt with in 5801, 5807, 5806, 5812, 5817, 5819, 5826, 5833; from the representation in the highest sense of Isaac and Abraham, to whom 'ancestors' refers here, as the Lord's Divine Internal, 'Isaac' representing the Lord's Internal Divine Human or Divine Rational, 1893, 2066, 2072, 2083, 2630, 3012, 3194, 3210, and 'Abraham' the Lord's Divine itself, toll, 3251, 3439, 4615 (though in the relative sense Abraham and Isaac represent the internal aspect of the Lord's kingdom and Church, 6098, 6185, 6276). From all this one may in some measure see the meaning of 'the blessings of your father will prevail over the blessings of my ancestors', which is that the spiritual Church will have good from the natural or external man but not from the rational or internal man; for the good of the member of the spiritual Church exists in the natural and does not go beyond it, whereas the good [of the member] of the celestial Church exists in the rational. No one can possibly know this meaning unless he knows what 'Israel' and what 'Isaac and Abraham' represent, also where the spiritual Church's good exists and from where it originates.