733. De zevende groep die door haar licht voor de anderen niet zichtbaar was, kwam uit het oosten van de hemel. Zij waren uit hetzelfde gezelschap waaruit de engel met de bazuin was. Deze hadden, toen ze in de hemel hoorden dat er in de christelijke wereld zelfs niet één is, die weet wat de hemelse vreugde en de eeuwige gelukzaligheid is, tegen elkaar gezegd: ‘Dit kan onmogelijk waar zijn; zo'n dikke duisternis en zo'n stompzinnigheid kan niet in de christenen zijn. Laten wij ook neerdalen en horen of het waar is, en als het waar is, is het zeker een ramp.’ Toen zeiden de engelen tot de engel met de bazuin: ‘Wij weten dat elk mens die naar de hemel verlangd heeft en zich over de vreugden daar, iets bepaalds heeft gedacht, na de dood in de vreugde van zijn verbeelding wordt binnengeleid. Zulke mensen, nadat ze daar ondervinding hebben opgedaan van welke aard deze vreugden zijn worden daarvan afgebracht en onderricht; het zijn namelijk de lege voorstellingen van het gemoed en de hunkeringen van hun fantasie. Dit gebeurt bij de meeste mensen in de wereld der geesten die in het vorige leven over de hemel hebben nagedacht en over de vreugden daar zulke gevolgtrekkingen maakten, totdat ze daarnaar een verlangen kregen.’ Nadat de engel met de bazuin dit gehoord had, zei hij tot de zes groepen die uit de wijzen van de christelijke wereld waren samengeroepen: ‘Volgt mij en ik zal u binnenleiden in uw vreugden, dus in de hemel.’
