Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #8455

Par Emanuel Swedenborg

Étudier ce passage

  
/ 10837  
  

8455. Was er een laag van dauw rondom het kamp; dat dit het zich toevoegende ware van de vrede betekent, staat vast uit de betekenis van de dauw, dus het ware van de vrede, nr. 3579; de oorzaak dat de dauw het ware van de vrede is, is dat hij ’s morgens van de hemel neerdaalt en op de weilanden verschijnt zoals een fijne regen en ook meer dan alleen regen toont, iets zoets of verkwikkelijks in zich bergt, waarover het gras en het gewas zich verblijden; en de morgen is de staat van de vrede, nr. 2780; wat vrede is, zie de nrs. 2780, 3696, 4681, 5662, namelijk dat hij zich gedraagt zoals de dageraad op aarde, die het gemoed met een universele verkwikking verblijdt; het ware van de vrede is zoals het licht van de dageraad.

Dit ware dat het ware van de vrede wordt genoemd, is het Goddelijk Ware Zelf in de hemel uit de Heer en het doet universeel allen die daar zijn aan en het maakt dat de hemel de hemel is; de vrede immers heeft in zich het vertrouwen in de Heer dat Hijzelf alles regeert en in alles voorziet en dat Hij tot het goede einddoel leidt; wanneer de mens in dit geloof is, dan is hij in de vrede, want dan vreest hij niets en maakt zich geen zorgen over toekomstige gebeurtenissen die hem zouden kunnen verontrusten; in deze staat komt de mens voor zoveel als hij in de liefde tot de Heer is.

Elk boze, vooral het in zichzelf vertrouwen, neemt de staat van de vrede weg.

Men gelooft dat de boze mens in de vrede is, wanneer hij in blijheid en kalmte is, omdat hem alle zaken gelukken; maar dit is niet de vrede; het is de verkwikking en de kalmte van de begeerte, die de staat van de vrede voorliegt; maar dat verkwikkelijke wordt, omdat het is tegengesteld aan het verkwikkelijke van de vrede, in het andere leven verkeerd in het onverkwikkelijke, zoiets schuilt immers van binnen daarin; in het andere leven worden de uiterlijke dingen achtereenvolgens afgewikkeld tot aan de binnenste dingen toe; de vrede is het binnenste in elk verkwikkelijke, ook in het onverkwikkelijke bij de mens die in het goede is; voor zoveel als deze dus het uiterlijke aflegt, wordt de staat van de vrede onthuld en wordt hij aangedaan door het heilrijke, het gezegende en het gelukzalige, waarvan de oorsprong uit de Heer Zelf is.

Van de staat van de vrede die in de hemel is, kan gezegd worden dat die zodanig is dat die met geen woorden beschreven kan worden, noch door enig idee uit de wereld in het denken en doorvatten van de mens kan komen zolang hij in de wereld is; die staat is dan boven elke zin; de kalmte van het gemoed, de tevredenheid en de blijdschap ten gevolge van successen, zijn naar verhouding niets, want deze doen slechts het uiterlijke bij de mens aan, maar de vrede doet de binnenste van alle dingen aan, de eerste substanties en de beginselen van de substanties en leidt zich daaruit af en stort zich uit in de gesubstantieerde en door de beginselen gevormde dingen en doet die met het bekoorlijke aan en de oorsprongen van de ideeën, dus de einddoelen van het leven van de mens, met het heilrijke en het gelukzalige; en zo maakt die vrede het gemoed van de mens tot een hemel.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl