Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #8152

Par Emanuel Swedenborg

Étudier ce passage

  
/ 10837  
  

8152. En hij jaagde na achter de zonen Israëls; dat dit betekent het streven om degenen te onderwerpen die in het met de naastenliefde verbonden geloof zijn, staat vast uit de betekenis van najagen, namelijk het streven om te onderwerpen, nr. 8136; en uit de uitbeelding van de zonen Israëls, namelijk zij die van de geestelijke Kerk zijn, waarover eerder; dus degenen die in het met de naastenliefde verbonden geloof zijn, want zij die van de Kerk zijn, zijn in dat geloof zowel ten aanzien van de leer als ten aanzien van het leven, het goede van het geloof of de naastenliefde is het wezenlijke, dus op de eerste plaats voor degenen die van de echte geestelijke Kerk zijn maar voor hen die het geloof hebben dat gescheiden is van zijn goede, zowel ten aanzien van de leer als ten aanzien van het leven, is het ware van het geloof of het geloof het wezenlijke of op de eerste plaats; deze mensen zijn niet van de Kerk, want het leven maakt de Kerk, maar niet de leer, tenzij voor zoveel als deze van het leven wordt.

Daaruit blijkt dat de Kerk van de Heer niet hier is of daar, maar dat zij overal is, zowel binnen die rijken waar de Kerk is, als buiten die, waar men leeft volgens de geboden van de naastenliefde.

Vandaar komt het, dat de Kerk van de Heer verspreid is over het gehele wereldrond en dat zij toch één is; wanneer immers het leven de Kerk maakt en niet de van het leven gescheiden leer, dan is de Kerk één, maar wanneer de leer de Kerk maakt, dan zijn het er verscheidene.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl