536. DEEL OVER DE HELDE HEER REGEERT DEHELLEN
Inhet voorgaande waar over de hemel is gesproken, werd overal aangetoond, in het bijzonder in nr. `2-6`, dat de Heer de God van de hemelen is, en dat dus alle bestuur van de hemelen in de handen van de Heer is; en omdat de verhouding van de hemelen tot de hel en van de hellen tot de hemel is als van twee tegenovergestelden, die wederkerig tegen elkaar werken, en uit hun actie en reactie een evenwicht volgt waarin alle dingen verblijven, daarom moet, opdat volstrekt ieder ding in evenwicht gehouden wordt, Hij die deze regeert ook gene regeren; want tenzij dezelfde God opstanden bedwong in de hel en de krankzinnigheden aldaar tegenging, zou het evenwicht ten gronde gaan en met het evenwicht het geheel.