452. Ik sprak met geesten die meenden, dat de hemel en de hemelse vreugden daarin bestaan, dat zij de grootste zijn; maar hun werd gezegd, dat in de hemel de grootste is, die de kleinste is, want wie de kleinste wil zijn, heeft de grootste zaligheid, en aangezien hij de grootste zaligheid geniet, die de kleinste is, volgt daaruit, dat hij de grootste is; wat is de grootste zijn anders dan de gelukzaligste zijn?Daarnaar streven de machtigen door hun macht en de rijken door hun rijkdom; en verder werd gezegd, dat de hemel niet daarin bestaat, dat men begeert de kleinste te zijn om de grootste te wezen, want dan streeft en begeert men om de grootste te zijn, maar dat het de hemel is, dat men van harte het welzijn van anderen boven het eigen welzijn beoogt, en anderen wil dienen om hun gelukzaligheid, niet uit zelfzuchtige beweegredenen, maar uit liefde.