Over het Woord #21

Por Emanuel Swedenborg

Estudiar este pasaje

  
/ 26  
  

21. Over de geestelijke zin.

58. Niemand kan de geestelijke zin zien tenzij vanuit de leer van het echte ware. Vanuit deze kan de geestelijke zin worden gezien, wanneer er enige wetenschap van de overeenstemmingen is. Hij die in een valse leer is, kan niet iets van de geestelijke zin zien; hij trekt en leidt de overeenstemmingen die hij ziet, tot de valse dingen van zijn leer, en daarom kan hij het Woord nog meer vervalsen. Daarom is de waarlijk geestelijke zin van het Woord uit de Heer alleen. Daarom is het niet geoorloofd aan iemand in de natuurlijke wereld, noch in de geestelijke wereld, om de geestelijke zin van het Woord vanuit de letterlijke zin daarvan na te vorsen, tenzij hij geheel en al in de leer van het Goddelijk Ware is, en in verlichting uit de Heer. Daarom kan vanuit de leer van het Goddelijk Ware, bevestigd vanuit de letterlijke zin van het Woord, de geestelijke zin worden gezien, maar nooit kan de leer het eerst gezien worden vanuit de geestelijke zin. Valse dingen denkt hij die bij zichzelf zegt: "Ik weet verscheidene overeenstemmingen, ik kan de ware leer van het Goddelijke Woord weten, want de geestelijke zin zal mij die leren". Dit kan niet geschieden; maar laat hij, als gezegd, bij zichzelf zeggen: "Ik weet de leer van het Goddelijk ware; nu kan ik de geestelijke zin zien, als ik slechts de overeenstemmingen weet"; maar nochtans moet dit zijn in verlichting uit de Heer, omdat de geestelijke zin het Goddelijk Ware zelf in zijn licht is, en verstaan wordt onder de heerlijkheid, en de zin der letter onder de wolken in die plaatsen in het Woord waar daarover wordt gehandeld. Dat er een geestelijke zin in het Woord is, kan worden bevestigd door tien plaatsen in het profetische Woord, voorts in de Evangelisten, en ook in de Apocalyps, welke plaatsen moeten worden aangevoerd, en getoond worden dat zij niet iets zouden zijn zonder de geestelijke zin.

  
/ 26  
  

Published by Swedenborg Boekhuis, in the Netherlands.