5458. En Jozef zei tot hen op de derde dag; dat dit de doorvatting betekent van het hemelse van het geestelijke over die ware dingen die ervan gescheiden waren, toen het voldongen was, staat vast uit de betekenis van zeggen, namelijk de doorvatting, nrs. 1791, 1815, 1819, 1822, 1898, 1919, 2619, 3509;
uit de uitbeelding van de zonen van Jakob, namelijk de ware dingen van de Kerk in het algemeen, waarover eerder, hier die ware dingen gescheiden van het hemelse van het geestelijke, nr. 5436;
uit de uitbeelding van Jozef, namelijk het hemelse van het geestelijke, waarover ook eerder; en uit de betekenis van op de derde dag, namelijk het laatste, wanneer het nieuwe begint, nrs. 5159, 5457, dus wanneer het voldongen is; daaruit blijkt dat met Jozef zei tot hen op de derde dag, de doorvatting wordt aangeduid van het hemelse van het geestelijke over die ware dingen die ervan gescheiden waren, toen het voldongen was.