Bible

 

Leviticus 1

Studie

1 En de HEERE riep Mozes, en sprak tot hem uit de tent der samenkomst, zeggende:

2 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Als een mens uit u den HEERE een offerande zal offeren, gij zult uw offeranden offeren van het vee, van runderen en van schapen.

3 Indien zijn offerande een brandoffer van runderen is, zo zal hij een volkomen mannetje offeren; aan de deur van de tent der samenkomst zal hij dat offeren, naar zijn welgevallen, voor het aangezicht des HEEREN.

4 En hij zal zijn hand op het hoofd des brandoffers leggen, opdat het voor hem aangenaam zij, om hem te verzoenen.

5 Daarna zal hij het jonge rund slachten voor het aangezicht des HEEREN; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen het bloed offeren, en het bloed sprengen rondom dat altaar, hetwelk voor de deur van de tent der samenkomst is.

6 Dan zal hij het brandoffer de huid aftrekken, en het in zijn stukken delen.

7 En de zonen van Aaron, den priester, zullen vuur maken op het altaar, en zullen het hout op het vuur schikken.

8 Ook zullen de zonen van Aaron, de priesters, de stukken, het hoofd en het smeer, schikken op het hout, dat op het vuur is, hetwelk op het altaar is.

9 Doch zijn ingewand, en zijn schenkelen zal men met water wassen; en de priester zal dat alles aansteken op het altaar; het is een brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.

10 En indien zijn offerande is van klein vee, van schapen of van geiten, ten brandoffer, zal hij een volkomen mannetje offeren.

11 En hij zal dat slachten aan de zijde van het altaar noordwaarts, voor het aangezicht des HEEREN; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen zijn bloed rondom op het altaar sprengen.

12 Daarna zal hij het in zijn stukken delen, mitsgaders zijn hoofd en zijn smeer; en de priester zal die schikken op het hout, dat op het vuur is, hetwelk op het altaar is.

13 Doch het ingewand en de schenkelen zal men met water wassen; en de priester zal dat alles offeren en aansteken op het altaar; het is een brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.

14 En indien zijn offerande voor den HEERE een brandoffer van gevogelte is, zo zal hij zijn offerande van tortelduiven, of van jonge duiven, offeren.

15 En de priester zal die tot het altaar brengen, en deszelfs hoofd met zijn nagel splijten, en op het altaar aansteken; en zijn bloed zal aan den wand des altaars uitgeduwd worden.

16 En zijn krop met zijn vederen zal hij wegdoen, en zal het werpen bij het altaar, oostwaarts, aan de plaats der as.

17 Verder zal hij die met zijn vleugelen klieven, niet afscheiden; en de priester zal die aansteken op het altaar, op het hout, dat op het vuur is; het is een brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10054

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10054. Een reuk van rust; dat dit de doorvatting van de vrede is, staat vast uit de betekenis van de reuk, namelijk de doorvatting, nrs. 3577, 4624-4634, 4748; en uit de betekenis van de rust, namelijk de vrede.

Wat de Goddelijke vrede in de hemelen is, zie de nrs. 92,93, 2780, 5662, 8455, 8665, 8722; dat de vrede in de hoogste zin de Heer is en het Goddelijk voortgaande uit Hem, aandoende het goede in de hemelen vanuit het binnenste, nrs. 3780, 8517.

Dat het brandoffer een reuk van rust voor Jehovah wordt genoemd, is omdat door het brandoffer werd uitgebeeld de vereniging van het Goddelijk Menselijke van de Heer met het Goddelijke Zelf, nr. 10053; en door die vereniging was de vrede in de hemelen verkregen.

Alle hellen immers waren door de Heer toen Hij in de wereld was, onderworpen en alle hemelen in de orde teruggebracht, nrs. 9715, 9809, 9937, 10019.

Daaruit blijkt, vanwaar het is, dat het brandoffer een reuk van rust voor Jehovah wordt genoemd, zoals meermalen elders, waar gehandeld wordt over de brandoffers en het spijsoffer, zoals in (Leviticus 1:9,13,17; 2:2,9,12; 3:5; 4:31; 6:8,14; 8:28; 23:13,18; Numeri 15:3,7,13; 28:6,8,13; 29:2,6,13).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl