Bible

 

Klaagliederen 5

Studie

   

1 Gedenk, HEERE, wat ons geschied is, aanschouw het, en zie onzen smaad aan.

2 Ons erfdeel is tot de vreemdelingen gewend, onze huizen tot de uitlanders.

3 Wij zijn wezen zonder vader, onze moeders zijn als de weduwen.

4 Ons water moeten wij voor geld drinken; Ons hout komt Ons op prijs te staan.

5 Wij lijden vervolging op onze halzen; zijn wij woede, men laat ons geen rust.

6 Wij hebben den Egyptenaar de hand gegeven, en den Assyrier, om met brood verzadigd te worden.

7 Onze vaders hebben gezondigd, en zijn niet meer, en wij dragen hun ongerechtigheden.

8 Knechten heersen over ons; er is niemand, die ons uit hun hand rukke.

9 Wij moeten ons brood met gevaar onzes levens halen, vanwege het zwaard der woestijn.

10 Onze huid is zwart geworden gelijk een oven, vanwege den geweldigen storm des hongers.

11 Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht, en de jonge dochters in de steden van Juda.

12 De vorsten zijn door hunlieder hand opgehangen; de aangezichten der ouden zijn niet geeerd geweest.

13 Zij hebben de jongelingen weggenomen, om te malen, en de jongens struikelen onder het hout.

14 De ouden houden op van de poort, de jongelingen van hun snarenspel.

15 De vreugde onzes harten houdt op, onze rei is in treurigheid veranderd.

16 De kroon onzes hoofds is afgevallen; o wee nu onzer, dat wij zo gezondigd hebben!

17 Daarom is ons hart mat, om deze dingen zijn onze ogen duister geworden.

18 Om des bergs Sions wil, die verwoest is, waar de vossen op lopen.

19 Gij, o HEERE, zit in eeuwigheid, Uw troon is van geslacht tot geslacht.

20 Waarom zoudt Gij ons steeds vergeten? Waarom zoudt Gij ons zo langen tijd verlaten?

21 HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn; vernieuw onze dagen als van ouds.

22 Want zoudt Gij ons ganselijk verwerpen? Zoudt Gij zozeer tegen ons verbolgen zijn?

   

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalypse Explained # 271

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 1232  
  

271. Arrayed in white garments, signifies all truths from good in the lower heavens. This is evident from the signification of "white garments," as being truths that invest, which specifically are true knowledges [scientifica] and cognitions (See above, n. 195, 196, 198); and because the lower heavens are in these truths, they are meant.

That "white garments" signify the lower heavens may seem strange to those who know nothing about appearances and representatives in heaven. All in the heavens are clothed according to truths, and lower truths correspond to garments, and because the lower heavens are in these truths, therefore the garments of the angels in the higher heavens also correspond to these. (But this arcanum may be more clearly understood from what is said and shown respecting the Garments in which the Angels are Clothed, in the work on Heaven and Hell 177-182; likewise from what was represented and signified by the garments of Aaron and his sons, explained in Arcana Coelestia 9814, 10068; as also by the garments of the Lord when He was transfigured, n. 9212, 9216)

  
/ 1232  
  

Thanks to the Swedenborg Foundation for their permission to use this translation.