Bible

 

Jozua 16

Studie

   

1 Daarna kwam het lot der kinderen van Jozef uit: van de Jordaan bij Jericho, aan het water van Jericho, oostwaarts, de woestijn opgaande van Jericho, door het gebergte Beth-El;

2 En het komt van Beth-El uit naar Luz; en het gaat door tot de landpale des Archiets, tot Ataroth toe;

3 En het gaat af tegen het westen naar de landpale Jafleti, tot aan de landpale van het benedenste Beth-horon, en tot Gezer; en haar uitgangen zijn aan de zee.

4 Alzo hebben hun erfdeel bekomen de kinderen van Jozef, Manasse en Efraim.

5 De landpale nu der kinderen van Efraim, naar hun huisgezinnen, is deze: te weten, de landpale huns erfdeels was oostwaarts Atroth-Addar tot aan het bovenste Beth-Horon.

6 En deze landpale gaat uit tegen het westen bij Michmetath, van het noorden, en deze landpale keert zich om tegen het oosten naar Thaanath-Silo, en gaat door dezelve van het oosten naar Janoah;

7 En komt af van Janoah naar Ataroth en Naharoth, en stoot aan Jericho, en gaat uit aan de Jordaan.

8 Van Tappuah gaat deze landpale westwaarts naar de beek Kana, en haar uitgangen zijn aan de zee. Dit is het erfdeel van den stam der kinderen van Efraim, naar hun huisgezinnen.

9 En de steden, die afgezonderd waren voor de kinderen van Efraim, waren in het midden van het erfdeel der kinderen van Manasse, al die steden en haar dorpen.

10 En zij verdreven de Kanaanieten niet, die te Gezer woonden; alzo woonden die Kanaanieten in het midden der Efraimieten tot op dezen dag; maar zij waren onder schatting dienende.

   

Komentář

 

Bethel

  
Fresco depicting Jacob's Dream in Palazzo Farnese, Caprarola

Toen Jakob zijn beroemde droom had, van een trap naar de hemel, noemde hij de plaats "Bethel", wat Hebreeuws is voor "het huis van God".

(Odkazy: Amos 3:14; Hemelse Verborgenheden 2832 [10], 3720, Genesis 28:17)


Die letterlijke betekenis wordt weerspiegeld in de spirituele betekenis: De geschriften vertellen ons dat "Bethel" staat voor de kennis en het begrip dat we kunnen hebben over de goddelijke liefde van de Heer, de volmaakte liefde die Hij voor ons allen heeft, de volmaakte liefde die zijn essentie is. Als we de liefde van de Heer kennen en er begrip voor hebben, dan geeft dat een "huis" in ons, een manier om in ons te groeien en onze eigen liefde te beïnvloeden.

"Bethel" heeft later in het Oude Testament de omgekeerde betekenis, nadat Jeroboam er gouden kalveren had neergezet en er een centrum van afgoderij van had gemaakt. Toen stelde het de aanbidding voor die voortkomt uit kwade liefdes.

(Odkazy: Apocalyps Uitgelegd 375, 391; Hemelse Verborgenheden 1449, 1451, 1453, 1557, Hemelse Verborgenheden 3729, 4089, 4559)