Bible

 

Joël 2:25

Studie

       

25 Alzo zal Ik ulieden de jaren vergelden, die de sprinkhaan, de kever, en de kruidworm, en de rups heeft afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb.

Bible

 

I Koningen 8:36

Studie

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5899

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

5899. Tot een grote ontkoming; dat dit de bevrijding uit de verdoemenis betekent, staat vast uit de betekenis van de ontkoming, namelijk de bevrijding uit de verdoemenis; deze bevrijding vindt plaats door de overblijfselen, dat wil zeggen door de goede en de ware dingen die bij de mens door de Heer zijn weggeborgen; zij die deze goede en ware dingen opnemen, dat wil zeggen, die dulden dat zij in hun innerlijke dingen worden ingeplant, ontkomen de verdoemenis en zijn onder de overgeblevenen; vandaar komt het dat de ontkoming hier en daar in het Woord wordt vermeld, waar van overgeblevenen en van overblijfselen sprake is, zoals hier door Jozef; en elders, zoals bij Jesaja:

‘Te dien dage zal de vrucht des lands zijn tot pracht en tot sieraad voor de ontkoming van Israël en het zal geschieden, de overgelatene in Zion en de overgeblevene in Jeruzalem zal heilig geheten worden’, (Jesaja 4:2, 3).

Bij dezelfde:

‘Te dien dage zullen zij niet langer voortgaan, de overblijfselen Israëls en de ontkoming van het huis Jakobs, te steunen op hem die hen geslagen heeft’, (Jesaja 10:20-22).

Bij dezelfde:

‘Bovendien zal de overgebleven ontkoming van het huis van Jehudah nederwaarts wortel schieten en opwaarts vrucht maken; want vanuit Jeruzalem zullen de overblijfselen uitgaan en de ontkoming vanuit de berg van Zion’, (Jesaja 37:31, 32).

Bij Ezechiël:

‘Ik zal overgeblevenen maken, wanneer gij aan het zwaard ontkomenen zult hebben onder de natiën; wanneer gij in het land zult verstrooid zijn, dan zullen uw ontkomenen Mijner gedenken’, (Ezechiël 6:8, 9).

Bij Joël: ’Het zal geschieden, al wie de Naam van Jehovah zal hebben aangeroepen, hij zal ontkomen; omdat in de berg Zions en in Jeruzalem ontkoming zal zijn, gelijk als Jehovah heeft gezegd en onder de overgeblevenen die Jehovah roept’, (Joël 2:32).

Bij Jeremia:

‘Er zal geen ontkomer zijn, of een overgeblevene voor de overblijfselen van Jehudah’, (Jeremia 44:12, 14). Uit deze plaatsen blijkt wat ontkomen is, namelijk dat zij die ontkomen diegenen zijn die overblijfselen hebben en dat ontkomen is bevrijd worden van de verdoemenis.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl