Bible

 

Genesis 39

Studie

   

1 Jozef nu werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch man, kocht hem uit de hand der Ismaelieten, die hem derwaarts afgevoerd hadden.

2 En de HEERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man was; en hij was in het huis van zijn heer, den Egyptenaar.

3 Als nu zijn heer zag, dat de HEERE met hem was, en dat de HEERE al wat hij deed, door zijn hand voorspoedig maakte;

4 Zo vond Jozef genade in zijn ogen, en diende hem; en hij stelde hem over zijn huis; en al wat hij had, gaf hij in zijn hand.

5 En het geschiedde van toen af, dat hij hem over zijn huis, en over al wat het zijne was, gesteld had, dat de HEERE des Egyptenaars huis zegende, om Jozefs wil; ja, de zegen des HEEREN was in alles, wat hij had, in het huis en in het veld.

6 En hij liet alles, wat hij had, in Jozefs hand, zodat hij met hem van geen ding kennis had, behalve van het brood, dat hij at. En Jozef was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.

7 En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw zijns heren haar ogen op Jozef wierp; en zij zeide: lig bij mij!

8 Maar hij weigerde het, en zeide tot de huisvrouw zijns heren: Zie, mijn heer heeft geen kennis met mij, wat er in het huis is; en al wat hij heeft, dat heeft hij in mijn hand gegeven.

9 Niemand is groter in dit huis dan ik, en hij heeft voor mij niets onthouden, dan u, daarin dat gij zijn huisvrouw zijt; hoe zoude ik dan dit een zo groot kwaad doen, en zondigen tegen God!

10 En het geschiedde, als zij Jozef dag op dag aansprak, en hij naar haar niet hoorde, om bij haar te liggen, en bij haar te zijn;

11 Zo gebeurde het op zulk een dag, dat hij in het huis kwam, om zijn werk te doen; en niemand van de lieden des huizes was daar binnenshuis.

12 En zij greep hem bij zijn kleed, zeggende: Lig bij mij! En hij liet zijn kleed in haar hand, en vluchtte, en ging uit naar buiten.

13 En het geschiedde, als zij zag, dat hij zijn kleed in haar hand gelaten had, en naar buiten gevlucht was;

14 Zo riep zij de lieden van haar huis, en sprak tot hen, zeggende: Ziet, hij heeft ons den Hebreeuwsen man ingebracht, om met ons te spotten; hij is tot mij gekomen, om bij mij te liggen, en ik heb geroepen met luider stem;

15 En het geschiedde, als hij hoorde, dat ik mijn stem verhief, en riep, zo verliet hij zijn kleed bij mij, en vluchtte, en ging uit naar buiten.

16 En zij legde zijn kleed bij zich, totdat zijn heer in zijn huis kwam.

17 Toen sprak zij tot hem naar diezelfde woorden, zeggende: De Hebreeuwse knecht, dien gij ons hebt ingebracht, is tot mij gekomen, om met mij te spotten.

18 En het is geschied, als ik mijn stem verhief, en riep, dat hij zijn kleed bij mij liet, en vluchtte naar buiten.

19 En het geschiedde, als zijn heer de woorden zijner huisvrouw hoorde, die zij tot hem sprak, zeggende: Naar deze zelfde woorden heeft mij uw knecht gedaan, zo ontstak zijn toorn.

20 En Jozefs heer nam hem, en leverde hem in het gevangenhuis, ter plaatse, waar des konings gevangenen gevangen waren; alzo was hij daar in het gevangenhuis.

21 Doch de HEERE was met Jozef, en wende Zijn goedertierenheid tot hem; en gaf hem genade in de ogen van den overste van het gevangenhuis.

22 En de overste van het gevangenhuis gaf al de gevangenen, die in het gevangenhuis waren, in Jozefs hand; en al wat zij daar deden, deed hij.

23 De overste van het gevangenhuis zag gans op geen ding, dat in zijn hand was, overmits dat de HEERE met hem was; en wat hij deed, dat deed de HEERE wel gedijen.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4966

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

4966. De vorst der trawanten; dat dit de dingen betekenen die de voornaamste voor de uitlegging zijn, staat vast uit de betekenis van de vorst der trawanten, namelijk de voornaamste dingen voor de uitlegging, nr. 4790;

de voornaamste dingen voor de uitlegging zijn die welke in de eerste plaats bijdragen tot de uitlegging van het Woord en dus tot het verstaan van de leerstellingen van de liefde tot God en van de liefde jegens de naaste, die vanuit het Woord zijn. Men moet weten dat de wetenschappelijke dingen van de Ouden geheel andere waren dan de wetenschappelijke dingen heden ten dage; de wetenschappelijke dingen van de Ouden handelden zoals eerder gezegd, over de overeenstemmingen van de dingen in de natuurlijke wereld met de dingen in de geestelijke wereld; de wetenschappelijke dingen die heden ten dage filosofische worden genoemd, zodanig als de aristotelische en eendere zijn, waren hun onbekend. Dit blijkt eveneens uit de boeken van de ouderen, waarvan de meeste door middel van zulke dingen waren geschreven die de innerlijke dingen aanduidden, uitbeeldden en waarmee zij overeenstemden, zoals alleen al uit de volgende dingen kan vaststaan om van de overige te zwijgen; dat zij de Helikon op een berg stelden en daaronder de hemel verstonden; de Parnassus beneden op een heuvel en daaronder de wetenschappelijke dingen verstonden; dat zij zeiden dat een vliegend paard, dat zij de Pegasus noemden daar met een hoef een bron had opengebroken; dat zij de wetenschappen maagden noemden, enzovoort; zij wisten immers vanuit de overeenstemmingen en de uitbeeldingen, dat de berg de hemel was, dat de heuvel die hemel was die beneden is of die bij de mens is; dat het paard het verstandelijke is; dat de vleugels waarmee het vloog, de geestelijke dingen waren; dat de hoef het natuurlijke was; dat de bron het inzicht was en dat de drie maagden die de Gratiën werden genoemd, de aandoeningen van het goede waren; en dat de maagden die de Helikoniden en de Parnassiden werden genoemd, de aandoeningen van het ware waren. Zo schreven zij ook aan de zon paarden toe, waarvan zij de spijs ambrosia en welke drank zij nectar noemden; zij wisten immers dat de zon de hemelse liefde betekende, de paarden de verstandelijke dingen die daaruit zijn; en dat de spijzen de hemelse dingen betekenden en de dranken de geestelijke dingen. Van de Ouden is het ook overgebleven dat koningen wanneer zij worden gekroond, moeten zitten op een zilveren troon, bekleed moeten worden met een purperen overkleed, gezalfd met olie, op het hoofd een kroon moeten dragen, in de handen een scepter, een zwaard en sleutels, in koninklijk ornaat moeten rijden op een wit paard en dat onder de benen zilveren hoeven zijn; aan tafel dan moeten worden bediend door de grootwaardigheidsbekleders van het koninkrijk en nog meerdere dingen. Zij wisten immers dat de koning het Goddelijk ware uitbeeldde dat vanuit het Goddelijk Goede is; en vandaar wat betekende: de zilveren troon, het purperen overkleed, de olie der zalving, de kroon, de scepter, het zwaard, de sleutels, het witte paard, de zilveren hoeven, de bediening door de grootwaardigheidsbekleders. Wie kent die dingen heden ten dage en waar zijn de wetenschappelijke dingen die ze leren? Men noemt deze dingen zinnebeelden, omdat men hoegenaamd niets weet over de overeenstemming en de uitbeelding. Hieruit blijkt hoedanig de wetenschappelijke dingen van de Ouden waren en dat die hen leidden in de erkentenis over de geestelijke en de hemelse dingen, waarvan men heden ten dage eveneens nauwelijks weet dat zij er zijn. De wetenschappelijke dingen die er op hun plaats op zijn gevolgd en die eigenlijk de filosofische dingen worden genoemd, trekken eerder het gemoed van het weten van zulke dingen af, omdat ze ook kunnen worden toegepast om valse dingen te bevestigen en eveneens het gemoed verduisteren, wanneer daarmee de ware dingen worden bevestigd, omdat zij voor het merendeel alleen maar woorden zijn waardoor bevestigingen plaatsvinden die door weinigen worden begrepen en waarover ook die weinigen discussiëren. Daaruit kan vaststaan hoezeer het menselijk geslacht is afgeweken van de geleerdheid van de Ouden, die tot wijsheid leidde. De heidenen hadden die zaken uit de Oude Kerk, van wie de uiterlijke eredienst bestond in uitbeeldende en aanduidende dingen en de innerlijke eredienst in de dingen die werden uitgebeeld en aangeduid. Dit waren de wetenschappelijke dingen die in de echte zin met Egypte worden aangeduid.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl