Bible

 

Ezechiël 9

Studie

   

1 Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in zijn hand.

2 En ziet, zes mannen kwamen van den weg der Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend wapen in zijn hand; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker was aan zijn lenden; en zij kwamen in, en stonden bij het koperen altaar.

3 En de heerlijkheid des Gods van Israel hief zich op van den cherub, waarop Hij was, tot den dorpel van het huis; en Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, die de schrijvers-inktkoker aan zijn lenden had.

4 En de HEERE zeide tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over al deze gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden.

5 Maar tot die anderen zeide Hij voor mijn oren: Gaat door, door de stad achter hem, en slaat, ulieder oog verschone niet, en spaart niet!

6 Doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens en vrouwen, tot verdervens toe; maar genaakt aan niemand, op denwelken het teken is, en begint van Mijn heiligdom. En zij begonnen van de oude mannen, die voor het huis waren.

7 En Hij zeide tot hen: Verontreinigt het huis, en vervult de voorhoven met verslagenen; gaat henen uit. En zij gingen henen uit, en zij sloegen in de stad.

8 Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden, en ik overgebleven was, dat ik op mijn aangezicht viel, en riep, en zeide: Ach, Heere Heere, zult Gij al het overblijfsel van Israel verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?

9 Toen zeide Hij tot mij: De ongerechtigheid van het huis van Israel en van Juda is gans zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en de stad is vol van afwijking; want zij zeggen: De HEERE heeft het land verlaten, en de HEERE ziet niet.

10 Daarom ook, wat Mij aangaat, Mijn oog zal niet verschonen, en Ik zal niet sparen; Ik zal hun weg op hun hoofd geven.

11 En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan wiens lenden de inktkoker was, bracht bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt.

   

Komentář

 

Loins

  

The loins, as in Ezekiel 29:7, signify the marriage of truth and good. In general, loins signify love, and when referring to the Lord, divine love. They can also signify the interiors of conjugial love. In Isaiah 11:5, they signify people in the divine good of love, and reins signify people in love towards their neighbor.

(Odkazy: Apocalypse Revealed 830)


Ze Swedenborgových děl

 

Apocalypse Revealed # 671

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

671. Clothed in clean bright linen, and having their chests girded with golden sashes. This symbolically means, this [a preparation by the Lord for influx into the church] 1 in accordance with the pure and genuine truths and goods in the Word.

Clean bright linen symbolizes pure, genuine truth, as we will show below. A golden sash about the breast symbolizes the emanating Divinity that at the same time conjoins, namely Divine good (no. 46 above). To be clothed and girded means, symbolically, to appear and be seen in this truth and goodness, for garments symbolize truths that clothe goodness (no. 166). Sashes or girdles then symbolize truths and goods that hold everything in their order and connection (no. 46).

It is apparent from this that angels clothed in clean bright linen and girded about their breasts with golden sashes symbolize pure and genuine truths and goods, and because these come only from the Word, they symbolize truths and goods in the Word.

[2] That linen symbolizes Divine truth can be seen from the following, as that Aaron wore linen breeches when he entered the Tabernacle or approached the altar (Exodus 28:42-43). That the priests wore linen ephods (1 Samuel 22:18). That when Samuel as a child ministered before Jehovah, he wore a linen ephod (1 Samuel 2:18). That when David was transporting the Ark into his city he was girded with a linen ephod (2 Samuel 6:14).

It can be seen from this why, when the Lord washed the disciples' feet, He girded Himself in linen and wiped their feet with linen 2 (John 13:4-5).

Moreover, the angels seen in the Lord's sepulcher appeared in dazzling bright white clothing (Matthew 28:3 [cf. Luke 24]).

[4]. The angel who measured the new temple had in his hand a line of linen (Ezekiel 40:3). In order that he might represent the state of the church with respect to truth, Jeremiah was told to buy a linen sash and hide it in a hole in the rock by the Euphrates, and later he found it ruined (Jeremiah 13:1-7). We read, too, in Isaiah:

A bruised reed He will not break, and smoking linen He will not quench; He will bring forth justice in truth. (Isaiah 42:3)

By linen in these places nothing else is meant but truth.

Poznámky pod čarou:

1. I.e., a preparation by the Lord for influx from the inmost of heaven into the church, to expose its evils and falsities in their entirety and so to separate evil people from the good (no. 670 above).

2. The writer here follows the Latin translation of Sebastian Schmidt, who mistakes the Greek lention (levntion, a towel) to have the same meaning as the Latin linteum (linen).

  
/ 962  
  

Many thanks to the General Church of the New Jerusalem, and to Rev. N.B. Rogers, translator, for the permission to use this translation.