10
Zo ging ik in, en ik zag, en ziet, er was alle beeltenis van kruipende dieren en verfoeilijke beesten, en van alle drekgoden van het huisIsraels, geheel rondom aan den wand gemaald.
23
En ik maakte mij op, en ging uit in de vallei, en ziet, de heerlijkheid des HEERENstond aldaar, gelijk de heerlijkheid, die ik gezien had bij de rivier Chebar; en ik viel op mijn aangezicht.