Bible

 

Exodus 24

Studie

   

1 Daarna zeide Hij tot Mozes: Klim op tot den HEERE, gij en Aaron, Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel; en buigt u neder van verre!

2 En dat Mozes alleen zich nadere tot den HEERE, maar dat zij niet naderen; en het volk klimme ook niet op met hem.

3 Als Mozes kwam en verhaalde aan het volk al de woorden des HEEREN, en al de rechten, toen antwoordde al het volk met een stem, en zij zeiden: Al deze woorden, die de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen.

4 Mozes nu beschreef al de woorden des HEEREN, en hij maakte zich des morgens vroeg op, en hij bouwde een altaar onder aan den berg, en twaalf kolommen, naar de twaalf stammen van Israel.

5 En hij zond de jongelingen van de kinderen Israels, die brandofferen offerden, en den HEERE dankofferen offerden, van jonge ossen.

6 En Mozes nam de helft van het bloed, en zette het in bekkens; en de helft van het bloed sprengde hij op het altaar.

7 En hij nam het boek des verbonds, en hij las het voor de oren des volks; en zij zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen.

8 Toen nam Mozes dat bloed, en sprengde het op het volk; en hij zeide: Ziet, dit is het bloed des verbonds, hetwelk de HEERE met ulieden gemaakt heeft over al die woorden.

9 Mozes nu en Aaron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel.

10 En zij zagen den God van Israel, en onder Zijn voeten als een werk van saffierstenen, en als de gestaltenis des hemels in Zijn klaarheid.

11 Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de kinderen Israels; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien hadden.

12 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Kom tot Mij op den berg, en wees aldaar; en Ik zal u stenen tafelen geven, en de wet, en de geboden, die Ik geschreven heb, om hen te onderwijzen.

13 Toen maakte zich Mozes op, met Jozua, zijn dienaar; en Mozes klom op den berg Gods.

14 En hij zeide tot de oudsten: Blijft gij ons hier, totdat wij weder tot u komen; en ziet, Aaron en Hur zijn bij u; wie enige zaken heeft, zal tot dezelve komen.

15 Toen Mozes op den berg geklommen was, zo heeft een wolk den berg bedekt.

16 En de heerlijkheid des HEEREN woonde op den berg Sinai, en de wolk bedekte hem zes dagen, en op den zevenden dag riep Hij Mozes uit het midden der wolk.

17 En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een verterend vuur, op het opperste diens bergs, in de ogen der kinderen Israels.

18 En Mozes ging in het midden der wolk, nadat hij op den berg geklommen was; en Mozes was op dien berg veertig dagen en veertig nachten.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Arcana Coelestia # 9375

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

9375. 'Nadab and Abihu' means teachings derived from both senses. This is clear from the fact that they were Aaron's sons; therefore when the Word is meant by 'Aaron', teachings are meant by 'his sons', teachings derived from the inward sense of the Word being meant by the older son, and teachings derived from the outward sense of it by the younger. Teachings derived from the inward sense of the Word and teachings derived from the outward sense of the Word make one with each other; for people alert to what lies on an inward level are aware also of what lies on an outward level. The Lord's Church exists everywhere on an inward level and on an outward level. The Church on an inward level resides in the heart, the Church on an outward level resides on the lips; that is, the inward Church resides in the will, the outward in action. When the inward level in a person makes one with the outward what resides in the heart then lies also on the lips, or what resides in the will then lies in action. Or what amounts to the same thing, what lies on the lips is then the heart speaking, and what lies in action is then the will acting, without any disagreement between the inward and the outward. Thus it is also faith speaking and love or charity acting, that is, it is the Lord, who is the Source of faith and charity, speaking and acting.

[2] Since Nadab and Abihu, Aaron's sons, represented teachings derived from the Word, they were therefore killed when they introduced worship based on teachings different from those derived from the Word. This was represented by the following incident involving them, recorded in Moses,

Aaron's sons Nadab and Abihu each took his censer and put fire in it, onto which they placed incense, and in so doing offered to Jehovah foreign 1 fire, which He had not commanded them. Therefore fire went out from before Jehovah and devoured them, so that they died before Jehovah. And Moses said to Aaron, This is what Jehovah spoke, saying, In those who are near Me 2 I will be sanctified. Leviticus 10:1-3.

'Foreign fire in the censer' means teachings derived from a source other than the Word. For 'fire' means the good of love and 'incense' the truth of faith rising from it, and the good of love and the truth of faith are the realities which go to make teachings derived from the Word. From this it is evident why they were devoured by fire 'from before Jehovah'. 'Being sanctified through those who are near' means with those who are joined to the Lord through the good of love and the truth of faith derived from the Word. For the meaning of 'fire' as the good of heavenly love, see 934, 4906, 5071 (end), 5215, 6314, 6832, 6834, 6849, 7324, 7852, 9055; and the meaning of 'incense' as faith rising from the good of love will be shown elsewhere.

Poznámky pod čarou:

1. i.e. unauthorized or profane

2. literally, In My near ones

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.